Kan voeding van invloed zijn op het gedrag van de hond?
- 15
- mei
Een tijd geleden werd mijn hulp ingeroepen bij een Wetterhoun van bijna een jaar oud die érg enthousiast was en nogal onstuimig gedrag toonde. Toen ik bij het gezin thuis kwam werd ik enthousiast begroet en besprongen door de grote krullenbol maar erger was dat hij daarbij ook in mijn armen, benen en buik beet, weliswaar niet kwaad bedoeld maar het was bepaald niet prettig. Nou ben ik al best wat gewend maar zo erg als dit had ik nog niet eerder mee gemaakt. Hoe meer ik hem negeerde, hoe harder hij zijn best deed om mijn aandacht op te eisen.
“Wat is hier fout gegaan?” vroeg ik me hardop af.
Nadat we Bobbie in de bench hadden gedaan, waar hij gelukkig geen probleem mee had, kwam tijdens het gesprek naar voren dat de hond op de puppycursus al heel druk was en dat hij dan apart werd gezet tot hij rustig was. Ook in huis eiste hij aandacht door te springen en te bijten en moesten vooral de kinderen het ontgelden die daardoor steeds banger werden voor Bobbie. De hond had simpelweg niet geleerd om het gereedschap in zijn bek met beleid te gebruiken. Hij kende de kracht van zijn eigen kaken niet. Bovendien had hij geleerd dat, als hij begon te bijten, er met hem gespeeld werd omdat hij afgeleid werd met een speeltje. Het bijten leverde hem een leuk spelletje op! Later werd hij verbaal, en soms uit pure frustratie, ook licht fysiek gecorrigeerd op zijn gedrag maar die correctie werd door hem niet als correctie ervaren maar als aandacht. Door de Coronacrisis lag de puppycursus stil, moesten de kinderen thuis onderwezen worden en moest er ook nog thuis gewerkt worden, allemaal onvoorziene omstandigheden waar niemand om gevraagd had en het hielp dan ook niet mee bij de opvoeding van de pup.
Ondanks dat is het wel gelukt om Bobbie te leren keurig aan de lijn te lopen maar plotseling kan hij veranderen in een ontembare wildebras. Hij krijgt dan “de kolder in de kop” en gaat in de lijn bijten, naar je handen happen, tegen je aan springen en is nauwelijks te houden. Hij luistert goed als hij los is en er niet al te veel prikkels zijn en komt altijd terug bij zijn mens. Hij kan prima met andere honden spelen maar als er mensen zijn rent hij op ze af, springt tegen ze op en bijt in hun kleding.
Om te beginnen hebben we de hond de clicker aangeleerd en meer uitgedaagd met rustige hersenspelletjes waarbij hij zijn voertjes verdiende. Tussen de trainingssessies door lag hij te rusten of te kauwen op een botje in de bench. De aandacht die hij kreeg moest hij verdienen en die aandacht kwam uitsluitend nog op initiatief van zijn mens. Zijn voer werd niet meer in de bak gedaan maar kreeg hij uit de hand tijdens de wandelingen of tijdens het oefenen. Als er bezoek kwam werd hij aangelijnd zodat hij in alle rust begroet kon worden maar ook als het druk was in huis werd hij begrensd middels de lijn of in de bench. Hoewel deze maatregelen al wel een positieve uitwerking hadden sprong de hond nog steeds dagelijks wel één of meerdere keren volledig uit de band en toonde weer het oude gedrag. Zodra hij dat deed werd onmiddellijk het contact verbroken en de hond begrensd. Om te voorkomen dat Bobbie hele dagen in de bench zou moeten kreeg hij buiten de bench een snuitje om zodat hij niet meer hard kon bijten en de kinderen weer fijn in huis konden spelen zonder bang te hoeven zijn voor een onstuimige hond.
Ook tijdens het wandelen kreeg hij het snuitje om en dat gaf bij zijn mens een heleboel rust wat een positieve invloed had op het gedrag van Bobbie. (Met het snuitje om kon hij wel beloond worden) Het ging elke keer weer een klein beetje beter maar we waren er nog niet. Er viel geen pijl op te trekken wanneer hij zomaar ineens totaal van het padje ging tijdens het wandelen. Zo liep hij keurig mee en zo begon hij te springen, te trekken en hevig in verzet te gaan. Om ook dat gedrag te beteugelen kreeg hij een gentle leader om zodat hij niet meer kón trekken en niet meer kón springen en we alleen maar een prettig mee lopende hond aan het touwtje hadden die daarvoor dus beloond kon worden met zijn voer en met extra lekkers voor de perfecte uitvoering!
En toch…
en tóch bleef de hond zo nu en dan onrustig in de kop.
Zijn mens vroeg me of het misschien te maken kon hebben met voeding…
Dat ik, met een opleiding tot voedingsdeskundige, dáár niet aan gedacht heb!
Ze stuurde mij de samenstelling van het voer wat bestond uit granen, vlees en dierlijke bijproducten, plantaardige bijproducten, oliën, vetten en mineralen. Daar kunnen we dus niet zo veel mee behalve constateren dat het aandeel granen het hoogst is in dit voer. Uit de analyse bleek dat het aandeel vet met 7,5% erg laag was en het aandeel koolhydraten erg hoog. Het voer kostte geen drol en dan kan het niet anders dan dat het geen kwaliteitsvoer is.
Een hond is een “prooidier eter” en dat prooidier bestaat voor een groot deel uit spieren, organen, vlees, maar ook ingewanden met inhoud wat dus uit granen bestaat die al verteerd zijn en die voor de hond goed verteerbaar zijn. De betere voerproducenten proberen een voer te maken die zoveel mogelijk aansluit bij de behoefte van de hond en dat betekent dat het grootste deel van het eiwit uit dierlijk product moet bestaan, dat er voldoende goed verteerbare vetten in het voer zitten en ontsloten granen die gemakkelijk opneembaar zijn voor de hond. Daar hangt uiteraard een prijskaartje aan al hoeft het helemaal niet perse de hoofdprijs te kosten.
Bobbie kreeg dit voer al bij de fokker en de mensen zijn dat dus gewoon blijven voeren.
Ze gaven het voer van Farmfood uit mijn welkomstpakketje om te kijken of Bobbie het lekker vond, en dat vond hij! Hij was er gek op! Bij onze volgende afspraak enkele dagen later heb ik een zak Farmfood met Schotse Zalm voor hen mee gebracht en een paar dagen later al vertelde zijn mens dat Bobbie veel rustiger leek te zijn geworden.
Toen ik de winkel nog runde heb ik vaker mee gemaakt dat honden na een voerwissel veel prettiger in de omgang werden. Bijna altijd betrof het “budget voer” of “commercieel voer” waarin te weinig dierlijk product zit en te veel granen of eiwitten van plantaardige oorsprong. Als er op een verpakking van voer staat “met lam” dan hoeft er bij wijze van spreken maar een teen van een lam in te zitten om die claim op de verpakking te mogen zetten. Ze liegen dan immers niet.
Met Bobby gaat het inmiddels een stuk beter!
Hopelijk zet deze positieve ontwikkeling door en kunnen de gentle leader en het snuitje voorgoed aan de kapstok blijven.